In onze vorige column van 11 april bespraken wij het betrekken van een schuur, berging of kelder bij een woonappartement. In die column is de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (van 12 mei 2020) besproken die oordeelde dat de bestemming uit het splitsingsreglement centraal staat bij de beantwoording van de vraag of een berging of kelder bij een woonappartement betrokken mag worden. Indien de bestemming wonen is, vindt het Gerechtshof Amsterdam dat de berging of kelder – zonder toestemming van de vergadering van eigenaars – bij het woonappartement betrokken kan worden.
Zeer recent (in maart 2022 en in april 2022) heeft de Rechtbank Amsterdam ook over de bestemming een oordeel gegeven. In beide uitspraken, waarin het appartementsrecht werd omschreven als een woning met berging, oordeelde de rechter dat de berging om die reden niet als woning mocht worden gebruikt, ondanks dat de splitsingsakte de bestemming ‘woning’ aan het appartementsrecht toekende.[i]
Daar tegenover staat dus de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam uit de vorige column. In die zaak was het appartementsrecht omschreven als een woning met kelder. Het hof oordeelde dat het gebruik van de kelder als woning geen strijdigheid met de splitsingsakte opleverde.
Het hof maakte hier dus wel een onderscheid tussen de goederenrechtelijke bestemming uit de splitsingsakte en de omschrijving van een appartementsrecht, waarbij de goederenrechtelijke bestemming bepalend was. Het hof kwam (waarschijnlijk) tot deze conclusie omdat de definitie van een kelder het gebruik hiervan als woning niet zondermeer in de weg staat. Voor bergingen kan dit anders zijn - aldus de rechtbank - nu een berging in beginsel wordt gedefinieerd als een ruimte om iets op te bergen.
Een schuur, kelder of berging betrekken bij een appartement is dus nog steeds niet onmogelijk, maar wel lastig. Let wel goed op bij een verbouwing en vergroting van een woonappartement of aan alle regels van de akte van splitsing wordt voldaan en controleer goed de bestemming van het appartement én ook de omschrijving van het appartement om toekomstige problemen te voorkomen.
Carmen Pool en mr. Marnix J.J. Nijenhof – Rijssenbeek Advocaten
[i] zie Rb. Amsterdam 16 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1662 en Rb. Amsterdam 5 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1735.
